Wetenschap in het ROC: wat heeft de leerling er aan?
ROC de Leijgraaf wil een kennisonderneming zijn. Dat vergt een integraal herontwerp en op basis van 5 pijlers:
- Bereopsgerichte didactieke en pedagogiek (praktijkleren)
CGO staat op zichzelf niet centraaal, leidt vaak tot een semantische discussie. Praktijkleren zegt meer en is eigenlijk niet eens zo nieuw ten opzichte van wat er vroeger al gebeurde. - Begeleiding van deelnemers (loopbaanleren)
Vooral werken aan competenties van docenten/begeleiders om studenten goed te kunnen ondersteunen. Daarvoor is een ‘creditcard’ met loopbaancompetenties uitgereikt - Flexibiliseren (ballenbak)
Flexibiliseren in inhoud en tijd. De leereenheden zijn opgedeeld in 1/3 theorie, 1/3 binnenschoolse praktijk, 1/3 in buitenschoolse praktijk (BPV). De uitdaging zit hem in het samenstellen van leerroutes door het samenvoegen van leereenheden. - Werk in teams (resultaatverantwoordelijke teams)
Binnen elk team moeten alle functies / rollen aanwezig zijn, zodat het team als geheel ondernemend kan zijn. - Regionale imbedding (‘regiosseur’)
MBO-deelnemers zijn erg regionaal gebonden. Samenwerking met het MKB in de regio in een trialoog tussen bedrijven, school en deelnemer.
Het Horizononderzoek is een meerjarig onderzoek dat inzicht moet geven in wat werkt ook in onderlinge samenhang. Wat zijn de effecten voor de deelnemers, medewerkers en de Leijgraaf als geheel.
Sietske Waslander geeft een toelichting op het onderzoek. Het uitgangspunt is een conceptueel model: het ‘Publieke waardemodel’ van Mark Moore.
Daarin komen Publieke Waarde, Legitimiteit en Organisatie(capaciteit) samen.
In de verschillende elementen wordt onderzocht wat de Leijgraaf zelf wil, wil zijn, hoe de omgeving daar tegen aan kijkt en welke mogelijkheden er zijn (zowel intern en extern) om het te realiseren.
Tussen de elementen staan Structuur (indicatoren) en Agency (hoe gaan mensen er mee om?).
Er wordt een ontwerpgerichte methode toegepast, zodat door middel van periodieke terugkoppelingen er ondertussen kunnen bijsturen in het traject. Er worden verschillende onderzoeksmethoden toegepast waaronder longitudinaal onderzoek, waarbij teams enkele jaren worden gevolgd in hun ontwikkeling.
Bevindingen worden besproken in een klankbordgroep en het MT. Ook worden er twee-daagse(n) waarin gewerkt wordt aan vervolgacxties en verbetervoorstellen, gericht op beter onderwijs. Essentie daarin is juist het integrale aspect van het onderzoek.
In het onderzoek worden vraaggesprekken gevoerd, waarbij gekeken wordt naar de aspecten, waar iedereen het over eens is en aspecten waar nog discussie over gevoerd moet worden.
Inmiddels is er een onderzoeksresultaat 2009. Daarin een aantal resultaten:
Er is een duidelijke interne overeenstemming over
- het praktijkleren
- begeleiding van deelnemers, loopbaanleren
Discussiepunten, die bovenkomen
- beschikbare tijd
- werken in teams, inrichting van teams
- MKB-bedrijven zien het belang maar ‘hebben nog even geen tijd’. Daarom wordt punt nog even vooruitgeschoven.
In de discussie gaat het over de onderzoeksmethodiek maar ook dat het onderzoek zelf een interventie is in het hele traject.
Geen berichten