Onderzoek bij integraal onderwijs vernieuwen leest als Peyton Place

cviweb / cviov2012  / Onderzoek bij integraal onderwijs vernieuwen leest als Peyton Place

Onderzoek bij integraal onderwijs vernieuwen leest als Peyton Place

Wat is de rol van onderzoek bij onderwijsontwikkeling? Dat was één van de onderwerpen van de sessie van ROC De Leijgraaf tijdens de conferentie voor Onderwijsvernieuwing en ICT. Rapportages lezen als een “Peyton Place” van de eigen organisatie.

De Leijgraaf vindt onderzoek erg belangrijk voor het ontwikkelen van onderwijs. Zij hebben diverse met elkaar samenhangende projecten geïnitieerd, die zij longitudinaal onderzoeken via het zogenaamde Horizon-onderzoek. Tijdens de presentatie zijn John Schobben en Maaike van Kessel ingegaan op de aanleiding en onderzoeksaanpak. Zij volgen bijvoorbeeld teams langdurig, en voeren veel interviews. Verder kijken zij naar de resultaten van de organisatie (bijvoorbeeld financiën) en naar de relatie met de waarden van de organisatie. Het onderzoek is ontwerpgericht van aard.

Wat zijn de uitkomsten tot nu toe? Welke aspecten zijn belangrijk voor een duurzame vernieuwing? De Leijgraaf heeft de uitkomsten van de onderwijsvernieuwing vergeleken met de aspecten voor een duurzame onderwijsvernieuwing (op basis van onderzoek van Sietske Waslander):

Het belang van een lange adem en een juist startmoment

De onderwijsvernieuwing binnen De Leijgraaf is al ongeveer tien jaar geleden doorontwikkeld. Er was druk van buiten en ambitie vanuit de organisatie. Maar er was in het begin ook veel onduidelijkheid in de organisatie over de koers. Veel medewerkers wilden horen ‘hoe het moest’, terwijl anderen juist blij waren met het eigen initiatief.

Continuïteit

De Leijgraaf eeft veel wisselingen gekend binnen het management. Via dakpansgewijze opvolging binnen het CvB is continuïteit gewaarborgd. Wisselingen binnen het MT leverde behoefte aan concretisering van de visie op.

Druk van buiten

Ontwikkelingen als Focus op Vakmanschap, toegenomen aandacht voor taal en rekenen en bezuinigingen leidden o.a. tot druk van buiten. De Leijgraaf heeft echter zelf de regie in handen gehouden en daar op geanticipeerd.

Druk van binnen

Teams vonden dat er te veel tegelijkertijd moeten gebeuren, en dat sprake is van een hoge werkdruk. Ook was er behoefte aan reflectiemomenten. Daarom heeft men via ‘de basis op orde’ een pas op de plaats gemaakt. Met name over werken in teams (en de ruimte die teams krijgen) en flexibilisering (mate van maatwerk) ontstond intern discussie. Docenten ervoeren geen gevoel van eigenaarschap bij flexibilisering. Ook waren lerenden niet altijd tevreden over vrije keuzeruimte.

Wees flexibel in de uitwerking

Blijf trouw aan je uitgangspunten (bijvoorbeeld rond flexibilisering), maar wees flexibel in de uitwerking. Er leiden meerdere wegen naar Rome.

Professionele gemeenschappen

Een innovatie slaagt eerder als resultaatverantwoordelijke teams opereren als professionele teams die beter onderwijs en een grotere flexibiliteit helpen realiseren. De Leijgraaf wil in dat kader anders omgaan met managementinformatie (vooraf beschikbaar, sturend en door teams). Dat moet voor een deel nog worden gerealiseerd. De bestaande managementinformatie (achteraf) bleek namelijk weinig nut te hebben voor de teams. En dan hebben ze nog niet gekeken naar de cultuuromslag die hiervoor nodig is. Kwaliteitszorg moet bijvoorbeeld het karakter hebben van advies, en niet van een ‘politie’.

Aandacht goed verdelen binnen en buiten de school

De aandacht binnen de centrale pijlers van vernieuwing is niet gelijkmatig verdeeld en gelijktijdig gestuurd wil je integraal onderwijsvernieuwing realiseren. Je moet iedere keer bijvoorbeeld nadenken over welke interventies je nu weer moet plegen om innovaties te realiseren. Succesvolle instellingen zijn ook goed in staat om interne ontwikkelingen af te stemmen op extern beleid.

Bij de ontwikkeling van onderwijsvernieuwing ervaart De Leijgraaf twee gevaren. De eerste is dat veranderend extern (bijvoorbeeld rond bekostiging van 30+-ers of de zorg van leerlingen met meerdere problemen). De tweede is toenemende interne druk, bijvoorbeeld als het gaat om weerstand tegen meer flexibilisering (vanuit’pedagogisch optimisme’; ik weet als docent beter wat goed onderwijs is).

Het longitudinale onderzoek helpt De Leijgraaf om te reflecteren op de praktijk van onderwijsvernieuwing. De resultaten zijn bruikbaar, en kunnen door teams worden toegepast. Er is een gevoel van eigenaarschap bij het onderzoek en de resultaten. De rapportages lezen ook als “Peyton Place” van De Leijgraaf. Het heeft gefungeerd als katalysator voor het onderwijs.

Geen berichten
Plaats een bericht

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.